Stadiëring van hodgkinlymfoom
Als er via weefselonderzoek is vastgesteld dat er sprake is van een hodgkinlymfoom, is uitgebreider onderzoek nodig om vast te stellen hoe ver de ziekte zich heeft uitgebreid.
Dit onderzoek bestaat vaak uit een:
- algemeen lichamelijk onderzoek
- onderzoek van de keel- en neusholten
- CT-scan van de hals, borstkas en buik
- PET-CT-scan
En soms een:
- MRI-scan en/of
- een echografie
Voorheen werd er ook beenmergonderzoek gedaan, maar tegenwoordig is dit meestal niet meer nodig door de introductie van de PET-CT-scan.
Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek wordt vastgesteld in welke fase de ziekte zich bevindt, ook wel stadiëring van de ziekte genoemd. Deze stadiëring is van belang voor het maken van een behandelplan en het opmaken van een prognose.
Stadiëring
Het hodgkinlymfoom wordt onderverdeeld in vier stadia:
Stadium 1 | De ziekte is beperkt tot één lymfekliergebied (bijvoorbeeld de hals, de oksel of de lies) of tot één orgaan. |
Stadium 2 | De ziekte is aangetoond in twee lymfekliergebieden aan dezelfde kant van het middenrif al dan niet in combinatie met aantasting van één orgaan. |
Stadium 3 | De ziekte heeft zich verspreid in lymfekliergebieden aan beide kanten van het middenrif en soms ook in de milt en eventueel één ander orgaan. |
Stadium 4 | De ziekte heeft zich verspreid naar andere organen, zoals de longen, de lever of het beenmerg. |
Stadiëring in het verleden
In het verleden waren er nog geen apparaten als de CT- of MRI-scan. Het was toen lastig om de verspreiding van de ziekte vast te stellen zonder daarbij een kijkje te nemen in het lichaam. Daarom werd er vaak een diagnostische laparotomie uitgevoerd. Dit is een operatie, waarbij de buik geopend word, zodat er naar afwijkingen gekeken kan worden. Tegelijkertijd werd voor het stadieren van een hodgkinlymfoom vaak de milt verwijderd. De milt werd dan in het laboratorium onderzocht op afwijkingen met betrekking tot het hodgkinlymfoom. Deze ingreep vindt nu niet meer plaats.