Radiotherapie
Radiotherapie is een behandeling waarbij gebruik wordt gemaakt van straling. Vooral sneldelende cellen, dat zijn kankercellen vaak, zijn gevoelig voor straling. De straling zorgt dat het DNA in de cel beschadigd raakt en dat de cel bij de eerstvolgende deling afsterft en wordt opgeruimd. De grootte van de tumor of het gezwel neemt hierdoor af.
Het apparaat
Vroeger werd bestraling gegeven met betrekkelijk eenvoudige bestralingsapparaten (zogenaamde orthovoltage apparaten of Kobaltapparaten). Hiermee was het moeilijk om de kankercellen goed te bestralen en het gezonde weefsel te sparen. Tegenwoordig wordt gebruik gemaakt van lineaire versnellers, die bestralingen veel nauwkeuriger kunnen toedienen.
Lineaire versneller
De behandeling
Radiotherapie is een lokale behandeling, het heeft alleen effect op het gebied waar bestraald wordt. Vaak liggen naast de kankercellen ook gezonde cellen. Gelukkig zijn de gezonde cellen iets minder gevoelig voor de straling, omdat ze vaak minder snel delen en een sterker mechanisme hebben om fouten in het DNA te herstellen. Om gezonde cellen de kans te geven zich te herstellen, wordt radiotherapie vaak in kleine porties, zogenaamde fracties, gegeven. Afhankelijk van de grootte van het bestralingsgebied (het aantal kliergebieden) wordt de bestraling in een of meerdere series bestralingen van circa drie tot vier weken gegeven, waarin de patiënt vier a vijf keer per week wordt bestraald.