Hart- en vaatziekten
Meer informatie over het hart.
Laat effect | Komt voor na |
Afwijking in de bloedvaten | Radiotherapie |
Pericarditis (ontsteking hartzakje) | Radiotherapie |
Beroerte (CVA) | Radiotherapie |
Hartspierschade | Chemotherapie, Radiotherapie |
Hartklepafwijkingen | Chemotherapie, Radiotherapie |
Hartritmestoornissen | Chemotherapie, Radiotherapie |
Behandeling voor hodgkinlymfoom kan leiden tot een verhoogd risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten op latere leeftijd. Hart- en vaatziekten komen vaak pas jaren na de behandeling aan het licht. Daarom is het belangrijk te weten welke behandelingen een verhoogd risico geven en hoe u uw hart en vaten zo gezond mogelijk kunt houden.
Snel naar: Wat kan ik doen?
De behandeling
De volgende behandelingen geven een verhoogd risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten:
Radiotherapie
Radiotherapie op de borstkas; de bestraling kan het weefsel in en om het hart beschadigen. De mate van beschadiging hangt onder andere af van de gegeven dosis en het bestraalde volume.
Chemotherapie
Anthracyclines, waaronder het voor behandeling van hodgkinlymfoom veel gebruikte adriamycine, kunnen de hartspier beschadigen. De kans op beschadiging hangt vooral samen met de totale toegediende dosis. Ook van vincristine zijn er aanwijzingen voor een licht verhoogd risico op hartziekten. Van een aantal andere cytostatica, zoals cyclofosfamide, is nog niet goed bekend of ze het risico op hart- en vaatziekten verhogen.
In de hieronder weergegeven tabel worden een aantal voor hodgkinlymfoom veel gebruikte cytostatica genoemd met de daarbij behorende chemotherapiekuren.
Cytostatica |
Chemotherapie |
Adriamycine (Doxorubicin) | ABVD, MOPP/ABV, MOPP/ABVD, BEACOPP, OEPA, OPA, OPPA, Stanford V |
Vincristine | BEACOPP, COPP, LOPP, MOPP, MOPP/ABV, MOPP/ABVD, OEPA, OPA, OPPA, Stanford V |
Cyclofosfamide | BEACOPP, COPP |
De combinatie van radiotherapie met een chemotherapiebehandeling geeft een extra verhoogd risico.
Algemene risicofactoren
Behalve de genoemde factoren, die samenhangen met de behandeling, spelen ook andere algemene risicofactoren voor hart- en vaatziekten een rol, waaronder leeftijd, hoge bloeddruk, hoog cholesterolgehalte, suikerziekte (diabetes) en overgewicht. Bij vrouwen begint het risico op hart- en vaatziekten meestal pas toe te nemen na de overgang. Ook spelen leefstijlfactoren, zoals voeding, lichaamsbeweging en roken een belangrijke rol.
Welke aandoeningen kunnen er ontstaan?
Hieronder vindt u een overzicht van de hart- en vaatproblemen die zich zouden kunnen voordoen.
- Afwijkingen in de bloedvaten van het hart
- Hartspierschade
- Hartklepafwijkingen
- Afwijkingen van het hartzakje
- Hartritmestoornissen
- Hersenbloeding (CVA)
Symptomen
Verschillende hart- en vaatziekten kunnen leiden tot verschillende symptomen. Het is ook mogelijk dat u geen symptomen heeft. Mogelijke symptomen:
- Kortademigheid
- Duizeligheid
- (Heftige) vermoeidheid
- Pijn op de borst, al dan niet uitstralend naar de kaak of arm
- Zweten, misselijkheid of kortademigheid met pijn op de borst
- Gezwollen voeten en enkels
- Hartkloppingen
- Ongelijkmatige hartslag
Wat kan ik doen?
Er zijn een aantal manieren om uw risico op hartproblemen te verlagen:
- Niet roken (of stoppen met roken).
- Zorg voor een gezond lichaamsgewicht. Een gezond lichaamsgewicht wordt vaak gebaseerd op de BMI (Body Mass Index): uw lengte in verhouding tot uw gewicht (gewicht in kilo/ lengte in meters in het kwadraat). Een gezonde BMI ligt tussen de 18 en 25 kilo per m2. Daarboven spreekt men over overgewicht en eronder over ondergewicht.
- Zorg voor voldoende lichaamsbeweging. De Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) stelt dat volwassenen minstens vijf dagen per week een half uur matige intensieve lichamelijke activiteit, zoals wandelen of fietsen, zouden moeten verrichten om gunstige effecten op de gezondheid te bereiken.
- Houd uw cholesterolgehalte in de gaten. Eet gevarieerd en eet zo min mogelijk vette producten. Zorg dat slechts 30 procent van de totaal gegeten calorieën uit vetten bestaat en dan vooral uit zo min mogelijk verzadigde vetten. Verzadigde vetten verhogen namelijk het cholesterolgehalte en dat verhoogt de kans op hart- en vaatziekten. U kunt uw cholesterolgehalte bij uw huisarts laten meten.
- Houd uw bloeddruk goed in de gaten. Dit kan u zelf doen, maar ook af en toe laten controleren door uw huisarts. Door gezond te leven en een gezond gewicht te behouden kunt u een stijging van de bloeddruk voorkomen. Ook is het belangrijk minder zout te gebruiken, want wanneer u een te veel aan zout eet kan dit de bloeddruk verhogen.
Als u meerdere risicofactoren heeft is het risico op hart- en vaatziekten hoger dan de optelsom van de onafhankelijke factoren. Het is daarom heel belangrijk om de invloed van andere risicofactoren (zoals hierboven genoemd) te beperken wanneer u al een verhoogd risico heeft als gevolg van de eerdere lymfoombehandeling.
Kijk op de pagina screening op hart- en vaatziekten voor uitgebreide leefstijladviezen en of u voor deze screening in aanmerking komt.
Wilt u meer weten?
Dan kunt u de website van de Nederlandse Hartstichting hier openen.