Miltschade

Sommige behandelingen van hodgkinlymfoom kunnen de werking van de milt stoppen of verminderen. Als u geen milt meer heeft of uw milt is beschadigd, loopt u een groter risico geïnfecteerd te raken met Haemophilus Influenzae type B en ingekapselde bacteriën, zoals de pneumokok en meningokok, die een buitenmembraan hebben waardoor zij minder gevoelig zijn voor ons immuunsysteem. Ook is de afweer tegen de seizoensgriep en de malariaparasiet minder effectief. Om ernstige infecties te voorkomen is het daarom belangrijk voorzorgsmaatregelen te treffen.

Snel naar: Wat kan ik doen?

De behandeling

De volgende behandelingen kunnen de functie van de milt verminderen:

Splenectomie

Hierbij wordt de milt verwijderd. Tot de jaren ’90 van de vorige eeuw werd dit veel uitgevoerd om de uitbreiding van de ziekte te bepalen.

Radiotherapie

Radiotherapie op de milt. Hierdoor kan de werking van de milt verminderen. De ernst van de beschadiging verschilt per persoon en de schade lijkt afhankelijk van de hoeveelheid gegeven straling. Het is mogelijk dat een deel van de miltfunctie na verloop van tijd weer herstelt.

Symptomen

Een bacteriële infectie begint vaak met koorts, maar ook een virale infectie begint op die manier. Om er achter te komen of u daadwerkelijk een bacteriële infectie heeft, dient uw bloed onderzocht te worden. Dit kan een paar uur tot een paar dagen duren. Omdat bij het ontbreken van de milt(functie) bacteriële infecties zeer ernstig kunnen verlopen, is het belangrijk direct met de antibioticakuur te beginnen.

Andere symptomen kunnen zijn:

  • Ongewone vermoeidheid
  • Koude rillingen, heftig ongecontroleerde schokken van het lichaam
  • Hoofdpijn
  • Diarree
  • Braken
  • Spierpijn
  • Buikpijn

Deze symptomen kunnen ook een gevolg van een virusinfectie of een andere aandoening zijn.

Wat kan ik doen?

Om ernstige infecties te voorkomen is het belangrijk dat er vaccinaties gegeven worden tegen pneumokokken (meerder vaccinaties), meningokokken (eenmalig), Haemophilus influenzae type B (eenmalig) en het influenzavirus (jaarlijks). Voor details zie richtlijn milt.

Ook is het belangrijk dat u altijd antibiotica bij zich heeft. Wanneer u koorts krijgt of een koortsig gevoel, kunt u direct beginnen met een kuur, totdat zeker is of het wel of geen bacteriële infectie is. U dient bij enige verdenking van een infectie altijd contact op te nemen met uw huisarts.

Aangeraden wordt het volgende als ‘noodpakket’ bij u te hebben:

  • Amoxicilline/clavulaanzuur (Augmentin®): on demand direct in te nemen bij koorts of een koortsig gevoel (500/125mg driemaal daags) en na honden- en kattenbeten (500/125mg driemaal daags gedurende 7 dagen).
  • Bij overgevoeligheid voor penicilline: on demand clarithromycine (tweemaal daags 500 mg) of moxifloxacine (eenmaal daags 400 mg); bij dierenbeten clindamycine (driemaal daags 600 mg) plus ciprofloxacine (tweemaal daags 500 mg) gedurende 5 dagen.
  • Bij dierenbeten de wond direct laten reinigen.

De behandelduur is uiteraard ook afhankelijk van symptomen en verder onderzoek door de huisarts.

Bij een verminderde of geen werking van de milt is er ook een verhoogd risico op de volgende infecties:

  • Malaria. Probeer malariagebieden zo veel mogelijk te vermijden. Mocht u toch naar een risicogebied gaan, zorg dan dat u goed beschermd bent door op tijd met antimalariamiddelen te beginnen. Informatie hierover kunt u altijd opvragen bij uw huisarts. Gebruik daarnaast anti-insectenmiddelen en lichaamsbedekkende kleding.
  • Infectie als gevolg van dieren- of mensenbeet. Wanneer u gebeten wordt, komt u in aanraking met lichaamsvreemde bacteriën die een infectie kunnen veroorzaken. Daarom dient u dan ook direct te beginnen met een antibioticakuur en contact op te nemen met de huisarts.
  • Infectie als gevolg van teken. Men heeft een verhoogd risico op het ontwikkelen van een infectie veroorzaakt door een Babesia. Dit is een bacterie die wordt overgebracht door een hertenteek. Zorg voor goede lichaamsbedekkende kleding als u een bebost gebied in gaat waar veel teken voorkomen.