Seksualiteit na chemotherapie

Er zijn veel soorten chemotherapie, waaronder chloorambucil, cyclofosfamide, dacarbazine, ifosfamide en procarbazine, die de functie van de eierstokken en testikels kunnen onderdrukken. Hierdoor worden minder mannelijke en vrouwelijke hormonen aangemaakt. Het tekort aan hormonen dat zo ontstaat, kan de seksualiteit beïnvloeden. Dit kan zich uiten door minder zin in seks en bij vrouwen in een droge vagina of pijn tijdens de gemeenschap. De duur van deze veranderingen hangt vaak af van de soort chemotherapie en de dosis.

Er zijn ook soorten chemotherapie, waaronder cisplatine, vinblastine en vincristine, die invloed kunnen hebben op het zenuwstelsel. Dat kan verschillende gevolgen hebben. De gevoeligheid van de vingers en handen, tenen en voeten kunnen afnemen, waardoor strelen of gestreeld worden minder prettig kan zijn. Voor mannen en vrouwen kan het moeilijker worden om opgewonden te raken en een orgasme te krijgen. Zenuwbeschadiging bij de man kan leiden tot erectiestoornissen.

Chemotherapie heeft in het algemeen een nadelig effect op de slijmvliezen; de vaginawand kan dunner en kwetsbaarder worden met als gevolg jeuk, verminderde vochtproductie, afscheiding en een branderig gevoel tijdens en na de geslachtsgemeenschap. Bij ernstige slijmvliesirritatie moet u terughoudend zijn met seks.

Onderstaande cytostatica kunnen de seksualiteit en vruchtbaarheid beïnvloeden.

Cytostatica

Chemotherapie

Chloorambucil CCEP, CEC, ChlVPP, LOPP
Cisplatinum DHAP
Cyclofosfamide   BEACOPP, COPP
Dacarbazine ABVD, MOPP/ABVD
Ifosfamide VIM
Procarbazine BBEACOPP, COPP, ChlVPP, LOPP, MOPP, MOPP/ABV, MOPP/ABVD, OPPA
Vinblastine ABVD, ChlVPP, EBVP, MOPP/ABV, MOPP/ABVD, Stanford V
Vincristine BEACOPP, COPP, LOPP, MOPP, MOPP/ABV, MOPP/ABVD, OEPA, OPA, OPPA, Stanford V