“Accepteer!” – Ada van Oosten

Ada's linkerhand zit in het verband, de wijsvinger gespalkt. Twee weken geleden is het gewrichtje tussen de bovenste twee vingerkootjes vervangen door een plaatje. Eerder kreeg ze al vervangende gewrichten in haar rug en in haar knie. Allemaal vanwege de artrose, gewrichtsslijtage. Ze hoest nog een beetje, want nauwelijks was ze van de operatie thuis, of ze kreeg longontsteking. ‘Ik wist niet meer dat je zo ziek kon zijn', zegt ze. Maar het gaat al beter. Een vorm van reuma zit in de familie, maar dat Ada er al zo jong last van kreeg, moet toch wel een gevolg zijn van de chemokuren.

In 1993 werd er bij Ada het Hodgkinlymfoom ontdekt. De ziekte bevond zich in het vierde stadium en was begonnen in haar buik. Ada krijgt achttien chemokuren (MOPP/ABV) en ontvangt als vierde patiënt in Nederland een stamceltransplantatie. De behandeling hakt erin. ‘Ik was helemaal uitgeput! Als ik van de kamer naar de keuken liep, moest ik halverwege rusten. De trap kon ik niet meer op. Ik bleek myocarditis te hebben, ontsteking van de hartspier als gevolg van de cytostatica adriamycine. Mijn longen gingen kapot van de bleomycine, beide gevolgen op de korte termijn. De dosering chemo moest worden aangepast, anders zou ik de behandeling niet overleven. Ik kon niet meer werken. Ineens was ik, de onafhankelijke, van anderen afhankelijk!

Mijn partner vond kanker al doodeng. Nu ik kaal werd, en steeds zieker, kon hij er helemaal niet meer tegen. Hij kon niet omgaan met de andere rolverdeling in huis en bleef passief op de bank zitten wachten tot ik het eten op tafel zette. Het greep zo op mijn ziel en zaligheid in.' Als haar partner haar verlaat, voelt Ada vooral opluchting. ‘Ik kon mezelf weer zijn.' Maar inmiddels is ze wel haar partner kwijt en ook haar hobby's en door de zware chemobehandeling is ze niet vruchtbaar meer. Ook haar grote wens om kinderen te krijgen moet ze vergeten...

Maar Ada heeft haar werk nog, al valt haar dat zwaarder dan voorheen. En ze heeft haar droom, begonnen toen de huisarts bij wie ze werkte met de VUT ging. Ada's ogen glanzen en haar mondhoeken krullen als ze vertelt: ‘Ik wilde een eigen praktijk in podotherapie beginnen met als specialisatie de diabetesvoet. De enige in heel Westland!' Toen ze als doktersassistente nergens aan de bak kwam, besloot Ada ook op dit gebied nooit en van niemand meer afhankelijk te zijn. ‘Voortaan zou ik mijn eigen boterham verdienen.' Ze gaat de vijfjarige opleiding volgen tot podo(=voet)therapeut en houdt dat vol, ook tijdens de chemobehandeling. Maar als ze haar diploma heeft, en haar droom wil realiseren, gooit lymfklierkanker wederom roet in het eten. Ada krijgt geen financiering, geen verzekering en geen hypotheek. ‘Wat ik vijf jaar lang had geïnvesteerd aan tijd, geld en energie maakte niets uit. Ik had een grote K op mijn voorhoofd. Het hele verhaal ging niet door.

Maar als ergens een deur sluit, gaat ergens anders een raam open. Al moet je dat raam wel zelf openduwen of anderen ertoe in staat stellen dat te doen! Haar werkgever ontwikkelt met Ada een constructie die haar in staat stelt om drie dagen in de week te werken op de OK en twee dagen als podotherapeut onder de vlag van het Westeinde ziekenhuis. En zo gebeurt het.

Een paar jaar werkt Ada zeer naar haar zin. Dan krijgt ze gewrichtsklachten. Zes jaar nadat bij haar de ziekte van Hodgkin is geconstateerd, ondervindt Ada de gevolgen van de behandeling. In plaats van acht uur gaat ze zes uur werken op een dag. Dan vijf. Vier uur... Ze krijgt een prothese in een van haar kapotte knieën. Tegen de tijd dat ze weer overeind krabbelt, zakt ze door haar rug. Vier wervels zijn dusdanig versleten en van elkaar afgegleden, dat ze ook daarvoor een prothese moet hebben. Na de operaties is werken niet meer mogelijk. Wel gaat ze terug naar het Westeinde ziekenhuis. Werken wil ze! Om te merken dat het echt niet meer gaat.

‘Een tijdlang ervoer ik alles als louter verlies. Maar vanaf het punt dat ik besefte dat ik echt niet meer kon werken, kon ik gaan accepteren en werd een raam op een kier gezet waardoor andere dingen in mijn leven konden komen. Ik probeer een evenwicht te bewaren tussen ontspanning, inspanning en rust. Het is moeilijk om je verlies te accepteren, vooral omdat het zo bij stukjes en beetjes gaat. Er zullen nog veel operaties volgen. Maar nu heb ik het gevoel dat ik in balans ben, met veel leuke dingen om me heen en veel gigantische vrienden.'

Tekst: Jeroen Terlingen - LVN